België en Duitsland in dialoog met elkaar over Europa

In de schaduw van het koninklijke bezoek aan Duitsland vond afgelopen maandag in Berlijn de vierde Duits-Belgische conferentie (#DeBeConf) plaats. Vertegenwoordigers uit beide landen ijverden voor een verdere uitbouw van de Europese Unie. De vraag blijft evenwel: wie durft de handschoen op te nemen?

Door het bezoek van koning Filip en koningin Mathilde aan Berlijn geraakte het evenement wat ondergesneeuwd, maar tegelijkertijd vond in de Duitse hoofdstad voor de vierde keer een Duits-Belgische conferentie plaats. Op dat jaarlijkse forum treden vertegenwoordigers uit beide landen over economisch, maatschappelijk en politiek relevante onderwerpen met elkaar in dialoog. Het grote thema dit jaar was: welk Europa willen België en Duitsland? In verschillende panelgesprekken lieten onder anderen minister-presidenten Rudy Demotte, Karl-Heinz Lambertz en Kris Peeters hun licht op het Europese project schijnen.

Aan grote woorden geen gebrek in de openingsrede van Duits Europa-staatsminister Michael Roth (SPD). “Met elkaar leren, van elkaar leren: die les is het belangrijkste geschenk dat Europa ons gegeven heeft. Alleen door gemeenschappelijk Europees handelen kunnen we de problemen van de 21ste eeuw oplossen.” Minister-president van de Duitstalige Gemeenschap, Karl-Heinz Lambertz (PS), voegde kritisch daaraan toe: “Europa is momenteel niet topfit: het moet mensen weer hoop brengen.”

Kris Peeters (CD&V) en Rudy Demotte (PS) lieten zich niet tot opvallende uitspraken verleiden. Waals minister-president Demotte hield een uiteenzetting over onze complexe staatsstructuur, terwijl Peeters met trots verkondigde dat Vlaanderen voor de vierde maal op rij een begroting in evenwicht heeft. Daarnaast benadrukte de Vlaamse minister-president dat België en Duitsland als motoren van economische groei en welvaart op Europees niveau nog nauwer moeten samenwerken.

Europa als een fiets

Angelica Schwall-Düren (SPD) ziet Europapolitiek niet langer als buitenlandpolitiek. “De beleidsvorming moet nog meer tot het lokale niveau doordringen.” De voorzitter van de Duitse ambtenarenbond, Klaus Dauderstädt, is zich er niettemin van bewust dat verdere Europese integratie niet zonder slaag of stoot zal verlopen. “Daarom moeten we nu een alliantie tegen demagogie en populisme smeden.” In de strijd tegen dat euroscepticisme dragen vooral de media een grote verantwoordelijkheid, aldus François-Xavier de Donnéa (MR).

Een andere rode draad doorheen de discussies waren de vorm en instellingen van de Europese Unie. Iedereen was het er over eens dat Europa het meest democratische systeem ter wereld heeft. Toch is niet alles rozengeur en maneschijn. “Waarom zouden Europarlementariërs geen verantwoording in nationale parlementen kunnen afleggen”, liet Mathieu Grosch (CSP) een eerste ballonnetje over meer transparantie op. Christian Behrendt (ULg) citeerde daarop John Stuart Mill: “Het parlement is de marktplaats van de ideeën: transparante debatten zijn dus onontbeerlijk.”

Het kritische publiek bleef ondertussen toch wat op zijn honger zitten. “Gelukkig zijn er regelmatig koffiepauzes. Ik vind het nogal een slaapverwekkende bedoening. Waar blijven die sterke toekomstvisies?”, vroeg één van de deelnemers zich af. Manuel Sarrazin (Bündnis 90/Die Grünen) vatte dat gevoel met een treffende metafoor samen. “Europa is als een fiets: als de fietser niet voortdurend trapt, vallen hij en de fiets om. Maar wie durft tegenwoordig nog te trappen?”

Technolocratie

Terwijl de spanning in de zaal omtrent de nakende passage van koning Filip en koningin Mathilde toenam, werden de sprekers van het laatste panelgesprek verzocht het kort te houden. Gesine Schwan (Humboldt-Viadrina School of Governance) liet het toch niet na om scherp uit de hoek te komen. “Het is een illusie om te denken dat meer Europa top-down gerealiseerd wordt. Politici, ondernemers en een geëngageerde burgergemeenschap moeten samen aan Europa bouwen.” Waarna Jonathan Holslag (VUB) de nagel op de kop sloeg. “Het ontbreekt Europa aan een groter verhaal.”

De professor internationale politiek hekelde de kortzichtige visies van de huidige Europese politici. In zijn pleidooi hamerde Holslag op meer ambitie en creativiteit. Ferdi De Ville (UGent) ziet een pioniersrol voor de jeugd weggelegd. “De jonge Europese generatie is met het federale systeem opgegroeid. Zij zijn uniek geplaatst om het sociale Europese model uit te dragen. We moeten leren om over Europa te spreken. Enkel op die manier kan je de massa begeesteren.”

Thomas Renard (Egmont Instituut) wil de jongeren onder het motto ‘Engage and Empower’ oproepen om mee te durven denken en spreken. “Het nieuwe grote Europese verhaal moet met de jeugd rekening houden. Onze jongeren zijn namelijk wél in politiek geïnteresseerd. Enkel hun expressievorm is veranderd. Ik zou daarom het begrip ‘technolocratie’ willen lanceren. Jongeren gebruiken immers de nieuwe media om zich democratisch uit te drukken. We moeten platformen voor hen creëren, zodat ze zich nog meer in de debatten kunnen mengen.”

Het koninklijke protocol maakte vervolgens abrupt een einde aan het laatste panelgesprek. Buitenlandministers Frank-Walter Steinmeier (SPD) en Didier Reynders (MR) prezen in hun slotrede België en Duitsland voor hun gezamenlijke verwerking van het tragische oorlogsverleden en onderstreepten nogmaals de noodzaak om ook in de toekomst een goede vriendschappelijke relatie te onderhouden.

© Foto: Europese Beweging Duitsland/Katrin Neuhauser

België en Duitsland in dialoog met elkaar over Europa